Een lastdiagram laat zien hoeveel gewicht je veilig kunt tillen met een heftruck, afhankelijk van de hoogte en de positie van de lading. Toch wordt dit overzicht vaak over het hoofd gezien, met alle risico’s van dien. Als je de belasting verkeerd inschat, kan de heftruck kantelen of de maximale capaciteit worden overschreden. Dat kan leiden tot schade, gevaar voor collega’s en stilstand op de werkvloer. In deze gids leggen we stap voor stap uit hoe je een lastdiagram leest en toepast. Zo kun je elke hefklus veilig, nauwkeurig en zonder verrassingen uitvoeren.
De Basisprincipes van een Lastdiagram
Een lastdiagram geeft aan hoeveel gewicht een heftruck kan tillen bij verschillende hefhoogtes en lastzwaartepunten. Dit schema is standaard aanwezig op elke heftruck en helpt je te voorkomen dat je de maximale hefcapaciteit overschrijdt.
Je kunt niet zomaar uitgaan van het nominale hefvermogen dat de fabrikant opgeeft. Dit vermogen geldt alleen onder ideale omstandigheden, zoals een standaard lastzwaartepunt en zonder extra uitrusting. Zodra je een zware last hoger tilt of een vorkversteller gebruikt, verandert de daadwerkelijke hefcapaciteit.
Een lastdiagram bestaat uit drie belangrijke elementen: het lastzwaartepunt, de hefhoogte en de hefcapaciteit. Deze factoren bepalen samen hoeveel gewicht je veilig kunt tillen.
1. Lastzwaartepunt en de invloed ervan
Het lastzwaartepunt is de afstand tussen de hiel van de vorken en het zwaartepunt van de last. In de meeste gevallen ligt dit op 500 mm of 600 mm, afhankelijk van de afmetingen van de lading. Hoe verder het zwaartepunt naar voren ligt, hoe minder gewicht de heftruck kan tillen.
Voorbeeld:
Een heftruck met een maximale capaciteit van 2.500 kg bij een lastzwaartepunt van 500 mm kan minder tillen als het zwaartepunt verschuift naar 1.000 mm. In dat geval kan de werkelijke capaciteit bijvoorbeeld dalen naar 1.500 kg.
Veelgemaakte fout: het lastzwaartepunt negeren en denken dat de heftruck altijd de nominale capaciteit kan tillen.
2. Hefhoogte en hefcapaciteit
Hoe hoger je een last tilt, hoe minder gewicht de heftruck veilig kan heffen. Dit komt doordat de stabiliteit afneemt naarmate het zwaartepunt verder boven de heftruck komt te liggen.
Voorbeeld:
Een heftruck met een capaciteit van 2.500 kg op 3.000 mm hefhoogte kan op 5.000 mm nog maar 1.800 kg tillen.
Hefhoogte (mm) |
Maximale hefcapaciteit (kg) |
3.000 |
2.500 |
4.000 |
2.200 |
5.000 |
1.800 |
6.000 |
1.500 |
Veelgemaakte fout: alleen naar de maximale capaciteit kijken zonder rekening te houden met de hefhoogte.
3. Nominale hefcapaciteit vs. werkelijke hefcapaciteit
De fabrikant geeft een nominale hefcapaciteit op, maar in de praktijk ligt de werkelijke capaciteit lager door extra factoren zoals voorzetapparatuur, mastlengte en lastzwaartepunt.
- Nominale capaciteit = De maximale hefkracht onder standaardomstandigheden.
- Werkelijke capaciteit = De hefkracht in de praktijk, afhankelijk van de configuratie van de heftruck.
Voorbeeld:
Een heftruck met een nominale capaciteit van 3.000 kg kan bij gebruik van een vorkversteller en een hoog lastzwaartepunt slechts 2.200 kg tillen.
Belangrijk: controleer altijd het lastdiagram en houd rekening met de werkelijke omstandigheden, niet alleen met de getallen op het typeplaatje van de heftruck.
Factoren die de hefcapaciteit beïnvloeden
De hefcapaciteit van een heftruck hangt niet alleen af van het lastdiagram. Verschillende factoren kunnen het werkelijke hefvermogen verlagen. Dit betekent dat je altijd moet controleren of de omstandigheden overeenkomen met de standaardwaarden op het diagram.
1. Voorzetapparatuur en extra uitrusting
Extra voorzetapparatuur zoals een vorkversteller, sideshift of klemmen heeft direct invloed op de hefcapaciteit. Dit komt doordat:
- De uitrusting extra gewicht toevoegt, waardoor de heftruck minder last kan tillen.
- Het lastzwaartepunt naar voren verschuift, wat de restcapaciteit verlaagt.
Voorbeeld:
Een heftruck met een nominale hefcapaciteit van 2.500 kg kan zonder vorkversteller dat gewicht tillen bij een lastzwaartepunt van 500 mm. Zodra een vorkversteller wordt toegevoegd, kan dit dalen naar 2.200 kg.
2. Masttype en stabiliteit
De lengte van de mast heeft invloed op de stabiliteit en het hefvermogen. Een hoge mast kan de heftruck minder stabiel maken, vooral als je op maximale hoogte werkt.
- Korte masten houden de last dichter bij de heftruck, wat zorgt voor meer stabiliteit.
- Lange masten verplaatsen het zwaartepunt naar voren en verhogen het kantelrisico.
Voorbeeld:
Een heftruck met een duplexmast van 4 meter heeft bij een lastzwaartepunt van 500 mm een capaciteit van 2.500 kg. Met een triplexmast van 6 meter kan dit dalen tot 1.800 kg op de maximale hefhoogte.
3. Bandentype en heftruckconfiguratie
De banden van een heftruck kunnen kleine verschillen veroorzaken in de restcapaciteit. De drie meest voorkomende typen zijn:
- Luchtbanden: flexibel en goed voor ongelijk terrein, maar minder stabiel bij zware lasten.
- Volrubberbanden: bieden meer stabiliteit, vooral op vlakke ondergronden.
- Cushion banden: geschikt voor indoor gebruik en verhogen de draagkracht.
Door rekening te houden met deze factoren kun je beter inschatten of een heftruck een bepaalde last veilig kan tillen.
Hoe lees je een lastdiagram?
Een lastdiagram kan in eerste instantie ingewikkeld lijken, maar als je weet waar je op moet letten, is het eenvoudig te begrijpen. Volg deze stappen om het diagram correct te lezen en toe te passen.
Stap 1: Vind het lastdiagram op de heftruck
Elke heftruck heeft een lastdiagram, meestal in de vorm van een sticker of een metalen plaatje op een zichtbare plek, zoals bij de bedieningsconsole of op de mast.
- Zoek het diagram op jouw heftruck voordat je begint met tillen.
- Controleer of het goed leesbaar is en overeenkomt met de configuratie van de heftruck.
- Als het beschadigd of onleesbaar is, meld dit dan voordat je de heftruck gebruikt.
Stap 2: Begrijp de assen van het diagram
Een lastdiagram heeft twee assen:
- Horizontale as (X-as): Het lastzwaartepunt in millimeters (bijvoorbeeld 500 mm, 600 mm, 1.000 mm).
- Verticale as (Y-as): De hefhoogte in millimeters (bijvoorbeeld 3.000 mm, 4.000 mm, 5.000 mm).
In het diagram vind je vakken met maximale hefvermogens. Dit is het maximale gewicht dat je op die hoogte en bij dat lastzwaartepunt veilig kunt tillen.
Stap 3: Controleer de configuratie van de heftruck
De getallen op het lastdiagram zijn gebaseerd op de standaardconfiguratie van de heftruck. Maar als er wijzigingen zijn aangebracht, zoals extra voorzetapparatuur, dan kan de werkelijke capaciteit lager zijn.
- Heeft de heftruck een vorkversteller, sideshift of een ander hulpstuk? Dit beïnvloedt het hefvermogen.
- Is de mast extra hoog? Dit kan de stabiliteit verminderen.
- Zijn er andere banden gemonteerd? Dit kan een kleine invloed hebben op de restcapaciteit.
Stap 4: Maak een snelle controleberekening
Voor je een last tilt, controleer je of het gewicht binnen de veilige grenzen valt.
- Bepaal het gewicht van de last.
- Controleer het zwaartepunt (ligt het verder dan 500 mm naar voren?).
- Bekijk de hefhoogte die je nodig hebt.
- Lees in het diagram af of de heftruck dit gewicht veilig kan tillen.
Als je twijfelt, kies dan altijd voor een veiligere marge.
Stap 5: Let op de veiligheidsmarges
Werk altijd met een veiligheidsmarge en til nooit de maximale toegestane capaciteit. Onverwachte bewegingen of schokken kunnen ervoor zorgen dat de heftruck instabiel wordt.
- Zorg dat de last gelijkmatig verdeeld is op de vorken.
- Rijd langzaam en vermijd abrupte stops.
- Als de heftruck instabiel aanvoelt, laat de last zakken en heroverweeg de situatie.
Een lastdiagram lezen lijkt misschien technisch, maar met de juiste kennis wordt het een betrouwbare tool om risico’s te verkleinen. Door deze stappen te volgen werk je een stuk veiliger. Neem altijd de tijd om het diagram te lezen – het kan het verschil maken tussen een goed uitgevoerde hefklus en een gevaarlijke situatie.